Patella luxatie
Patella luxatie (PL) zien we regelmatig bij de hond en bij de kat. Een ander woord voor de knieschijf is patella. Luxatie betekent “uit de kom”.
Eigenlijk ligt de knieschijf niet in een kom maar in een geul (trochlea), een groeve die in de lengterichting verloopt in het kraakbeen van de onderkant van het dijbeen ter hoogte van het kniegewricht. De uitloper van de dijbeenspier, de kniepees, hecht zich vast aan de voor-bovenzijde van het scheenbeen. In deze kniepees ligt de knieschijf en maakt zo deel uit van het kniegewricht. Als de dijbeenspieren aantrekken dan komt er meer spanning op de kniepees en wordt het onderbeen naar voren bewogen: de knie wordt gestrekt. Zo wordt het mogelijk het betreffende achterbeen te belasten en naar voren te bewegen.
Vooraanzicht van de knie:
Afbeelding volgt.
1. kniepees
2. knieschijf, met links en rechts een horizontaal verlopende band
3. geul waar knieschijf in hoort te liggen (trochlea)
Wanneer de knieschijf tijdens de beweging niet goed in de geul blijft, maar te veel naar binnen (mediaal) of naar buiten (lateraal) uit de geul beweegt dan spreken we van een patella luxatie (zie vooraanzicht knie oprechter figuur). Als de patella steeds buiten de trochlea ligt dan spreken we van een permanente patella luxatie. Schiet de patella tijdens bewegen buiten de geul en daarna weer op z’ n plaats dan spreken we van een habituele patella luxatie. Hierdoor zal de patella beschadigd raken en kan de rand van de geul afslijten. Hierdoor wordt het proces pijnlijk en zal op den duur de geul ondieper worden, waardoor de patella nog makkelijker uit de geul zal gaan.
Rontgenfoto:
Links ligt de patella op de juiste plek vergelijk met rechts, waar de patella aan de buitenzijde van de geul ligt (luxatie naar lateraal).
Oorzaken
Door een trauma (val, gevecht, aanrijding) of als complicatie na een knie-operatie kan een verscheuring ontstaan van een zijdelings gelegen band die de knieschijf normaal in het gareel moet houden. Hiernaast is het mogelijk dat een verkeerde ontwikkeling van skelet en bespiering de knieschijf te veel buiten de geul trekken. Deze aandoening komt bij bepaalde honden- en kattenrassen vaak voor hetgeen wijst op een erfelijke aandoening, alhoewel bij veel rassen het erfelijk patroon (nog) niet is vastgesteld.
Het patella onderzoek
De hele knie wordt onderzocht op bouw en functioneren. Met name wordt de stevigheid van de banden beoordeeld bij het dier in onverdoofde toestand en bij het kniegewricht in gestrekte stand. Hierbij wordt bepaald of de knieschijf wel/niet uit de kom is, dan wel al of niet met draaiing van het onderbeen of met manuele druk uit de groeve naar mediaal en/of naar lateraal te verplaatsen is. Is de patella geluxeerd dan wordt onderzocht of deze wel/niet is terug te plaatsen in de groeve. Tevens wordt gekeken naar overvulling, abnormale vorm, pijnlijkheid van de patella en tijdens bewegen van de knie en naar kwaliteit van de gekruiste banden, alsmede mogelijke crepitatie van het gewricht. Onafhankelijk van de oorzaak, wordt de aard en de richting van de luxatie genoteerd.
Het belang van het onderzoek
Patella luxatie is een afwijking die meestal een erfelijke achtergrond heeft. Bij diverse rassen is het dus zinvol om het al of niet voorkomen van patella luxatie vast te stellen om met fokmaatregelen de incidentie van patella luxatie bij het betreffende ras terug te dringen. In Nederland wordt deze screening op patella luxatie in enkele praktijken uitgevoerd, waaronder op bepaalde dagen ook bij ons op de praktijk.
De behandeling
Sommige dieren hebben geen last als ze een patella luxatie hebben. Soms wordt het effect in het eerste levensjaar erger doordat de foutieve krachten die op het boven- en onderbeen worden uitgeoefend een verdere verkromming van de botten geeft. Loopt het dier kreupel, kan het niet meer springen en/of neemt de kromming van de botten toe dan is het verstandig op tijd te laten opereren. De aanhechting van de knieschijfpees aan de bovenzijde van het onderbeen wordt dan verplaatst (crista-transplantatie) en de geul waarin de patella loopt wordt zo nodig uitgediept. Hierna wordt de gehele knie weer mooi dichtgehecht. Deze operatie is ingrijpend (de chirurg heeft een goed timmermansoog nodig), maar heel doeltreffend. Bij onze praktijk verloopt de operatie in de regel zeer succesvol. Bij kromme botten zal een meer uitgebreide operatie noodzakelijk kunnen zijn. Operatief ingrijpen is de enige behandelingsmethode en is een succes gegarandeerde operatie bij Dierenkliniek Dijkshoorn Dierenartsen in Zeist.
Patella luxatie hond
Patella luxatie is een aandoening die frequent wordt waargenomen bij honden van grote en kleine rassen (bijvoorbeeld Flatcoated retriever 40%; dwerg poedel 30% van de jonge honden). Door de luxatie van de patella kan het betreffende achterbeen (in 15% beiderzijds) niet belast worden. Indien de patella habitueel luxeert dan slijt het kraakbeen van de patella en van de femurcondyl zodat kraakbeenschade en daardoor pijnlijke osteoartritis ontstaat. Correctieve chirurgie (verplaatsen van de crista tibiae) zonodig met uitdiepen van de trochlea leidt tot perfecte resultaten. Uiteraard is deze operatie bij een klein hondje, zoals de chihuahua, terriër, poedel, spaniël eenvoudiger dan bij een grote hond zoals de boerboel,flatcoated retriever e.d., waarbij de krachten tijdens het lopen erg groot zijn.
Hoewel er een stukje bot losgemaakt moet worden en na verplaatsing weer vastgezet moet worden, ervaart het dier de ingreep niet als zeer ingrijpend.
De nabehandeling
De eerst 6 weken moet het dier rustig worden gehouden (vooral niet springen). Maar na een 6 weekse controle kan al worden bepaald dat het dier weer alles mag. De nabehandeling bestaat uit het verwijderen van hechtingen na 8-10 dagen, rust gedurende 6 weken waarna controle. Fixatiemateriaal (orthopedisch ijzerdraad, pennetjes of schroef) verwijderen wij doorgaans niet. Alleen als irritatie ontstaat wordt het implantaat verwijderd.